Artikel 11c Deeltijd
- 1Ingeval een belastingplichtige op jaarbasis minder dan 1.750 uren besteedt aan werkzaamheden op grond waarvan hij verplicht deelneemt aan een pensioenregeling als bedoeld in artikel 1.7, tweede lid, onderdeel b, van de wet, wordt voor de overeenkomstige toepassing, bedoeld in artikel 3.18, vijfde lid, onderdeel a, van de wet, van de artikelen 18a, derde lid, en 18ga, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 het aldaar bedoelde bedrag vermenigvuldigd met de deeltijdfactor.2Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder deeltijdfactor verstaan: een breuk waarvan de teller wordt gevormd door het aantal uren dat
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.