A dient een beroepschrift tegen een belastingaanslag. De griffier van het gerechtshof wijst A in een aangetekende brief erop dat het griffierecht uiterlijk op 5 april 1996 moet zijn betaald. Bij te late betaling wordt het beroep niet ontvankelijk verklaard. Desondanks betaalt A het griffierecht pas op 17 april 1996. Vervolgens wordt A niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep. A gaat hiertegen in verzet. Hij is van mening dat hij na het verstrijken van de betalingstermijn nogmaals in gelegenheid moet worden gesteld het griffierecht te betalen. De Hoge Raad oordeelt op 9 december 1998 dat bij te late betaling van het
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.