A heeft van zijn werkgever, X, een auto van de zaak gekregen. A stalt de auto in de garage van de hem in eigendom toebehorende woning. Voor het stallen van de auto in de privé-garage krijgt hij van X een belastingvrije vergoeding van f 340 per maand. Op 8 februari 2000 oordeelt het Gerechtshof in Den Haag dat de f 340 belast is. De garage moet als werkruimte worden gezien. En zodra een ruimte de titel heeft van werkruimte, dan kan voor een dergelijke ruimte alleen een belastingvrije vergoeding worden gegeven als in (of vanuit) deze ruimte 70% of meer
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.