Volgens het Hof in Amsterdam is voor het verlenen van de arbeidskorting niet het bestaan van een dienstbetrekking doorslaggevend, maar het verrichten van tegenwoordige arbeid.
Voor arbeidskorting is het verrichten van arbeid van belang
Feiten
Werknemer X is in 1994 ontslagen en ontvangt sindsdien een wachtgelduitkering ter grootte van 70% van zijn laatstverdiende salaris. Op 30 augustus 2001 vernietigde de Centrale Raad van Beroep zijn ontslag en sommeert de werkgever het achterstallige salaris aan X over te maken, zijnde het verschil van 30% (hetgeen overigens pas gebeurt in 2003). Bij de inhouding van de loonheffing op de wachtgelduitkering in 2001
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.