A gaat via zijn eigen BV voor zijn voormalige werkgever werken. De Belastingdienst stelt dat er sprake is van een voortgezette dienstbetrekking en legt aan de opdrachtgever (voormalige werkgever) over het aan Ás BV uitbetaalde honorarium een naheffingsaanslag op. Het Hof Den Haag constateert dat partijen nadrukkelijk de bedoeling hadden om de dienstbetrekking te beëindigen. Maar nog belangrijker is dat de Belastingdienst niet voldoende aannemelijk weet te maken dat er sprake was van het voortzetten van de oude dienstbetrekking. De naheffingsaanslag wordt vernietigd.
Van werknemer naar ZZP-er
Feiten
A werkt bij een makelaarskantoor, X BV, en heeft daar een jaarcontract.
Log in of activeer deze boektitel om verder te lezen.
Om het hele document te lezen moet u eerst inloggen of deze boektitel activeren.